Mijn bevallingsverhaal: over ballonnetjes, een sterrenkijker en een keizersnede…
Leuk weetje: dit is precies mijn 100ste artikel op mijn blog
Van sommige dingen is het maar goed dat je ze niet van tevoren weet, anders was je er nooit aan begonnen.
Ik denk dat die gedachte zeker op mijn bevalling van toepassing is.
Alhoewel alle clichés absoluut waar zijn: als die kleine er eenmaal is ben je de pijn ook zo weer vergeten (wat niet wegneemt dat je daarna nog weken- tot maandenlang moet herstellen, maar voilà).
Op 6 mei beviel ik van een prachtig lief zoontje. Een liefdesbaby. Mijn partner was er digitaal bij – door middel van videobellen. Hij zat nog in Egypte. We werken aan zijn visum om naar Nederland te komen. Maar dat is een ander verhaal, wat ik je in andere blogs graag nog een keer uitleg.
Ik beviel via een ongeplande keizersnede. Dit is mijn bevallingsverhaal.
Mijn bevallingsverhaal
Elke bevalling verloopt anders.
Ik werd in 2025 voor de eerste keer mama en ik had eerlijk gezegd geen idee wat ik kon verwachten.
Dus ik googlede wat naar ervaringen van anderen.
Ze vergelijken een bevalling weleens met ongetraind een marathon lopen. Ik vergelijk mijn bevalling eerder met het gevoel van 40 botfracturen in mijn bekkengebied en in mijn rug. Whoa-hoa, jezum wat deed dat pijn! Ik was dan ook blij toen het voorbij was.
Mijn bevallingsverhaal begon zo…
40+1: op controle bij de verloskundige
Met 40 weken zwanger en 1 dag had ik een afspraak staan voor een nieuwe controle bij de verloskundige.
Mijn hele zwangerschap was vlekkeloos verlopen. Geen gezondheidsklachten. Geen gevaar. Geen zwangerschapssuiker. Geen zwangerschapsvergifting. Een keurige bloeddruk. Ik mag niet klagen, ik hen een voortreffelijke zwangerschap gehad.
Tót week 39-40.
In die week stegen ook de temperaturen buiten ineens, zo eind april – begin mei. Normaal vind ik hoge temperaturen heerlijk. Maar nu kreeg ik ineens oedeem in mijn enkels (een ophoping van vocht in de weefsels van het lichaam, waardoor zwelling ontstaat). Mijn voeten zagen eruit als olifantenpoten. En mijn linkervoet begon zeer te doen tijdens het lopen.
Mijn buik groeide alsmaar door…
En op precies mijn laatste controle bleek mijn bloeddruk veel te hoog te zijn.
De verloskundige voelde of ik al ontsluiting had. Nee. Maar met die hoge bloeddruk wilde ze geen risico’s nemen. Ze liet dezelfde dag nog mijn urine en bloed testen. En ik kreeg pillen om mijn bloeddruk te verlagen.
Mijn urine en bloed zag er goed uit gelukkig. Geen zwangerschapsvergiftiging. Maar de verloskundige vroeg of ik de ontsluiting op wilde wekken met een ballonnetje…
Ontsluiting opwekken met een ballonnetje
Een “ballonnetje” dus. Ik had er nog nooit van gehoord. Het klinkt onschuldig. Maar zo onschuldig was dat ballonnetje niet…
Normaal zou een ballonnetje inbrengen niet al te zeer moeten doen. De arts laat je in een stoel achterover liggen, doet een eendenbek in je vajayjay en brengt vervolgens een soort katheterslang in met een ballonnetje dat met water gevuld kan worden.
Ik had alleen de ‘pech’ dat mijn baarmoederhals nog hartstikke hard was. Deze was nog niet ‘verweekt’ (lees: zacht geworden) om het geboortekanaal te openen.
Tijdens het inbrengen van dat ballonnetje heb ik dan ook het halve ziekenhuis bij elkaar geschreeuwd. Het huilen stond me nader dan het lachen. Godsakke wat deed dat zeer! Bij een laatste poging lukte het pas. En zo werd ik met een bungelend slangetje tussen mijn benen weer naar huis gestuurd. Kom morgen maar terug.
’s Nachts is het ballonnetje er vanzelf uit gevallen. Een goed teken. Dat wil namelijk zeggen dat het zijn werk heeft gedaan: er is ontsluiting!
Een dag later: 1 cm ontsluiting + weeënopwekkers
Toen ik me de volgende ochtend weer meldde bij de artsen / verloskundigen werd ik naar een verloskamer gebracht. Iets wat ik niet helemaal had zien aankomen, omdat ze de dag ervoor hadden gezegd dat ik sowieso niet in dat weekend zou gaan bevallen. En het was nu zondag.
Ik hoorde in die verloskamer dat mijn ontsluiting nu 1 cm was, dankzij het ballonnetje.
Ze wilden verdere ontsluiting creëren met weeënopwekkers. Daarvoor kreeg ik speciale tabletten: Misoprotol-Angusta. Dit is een pil met het hormoon prostaglandine.
“Het hormoon prostaglandine wordt tegen het einde van je zwangerschap aangemaakt door je lichaam. Onder meer de placenta, je vliezen en het baarmoederslijmvlies spelen een belangrijke rol in het aanmaken van dit hormoon, wat nodig is om de bevalling in gang te zetten. Zonder prostaglandine, geen natuurlijke bevalling!” (bron)
Ik moest deze pillen elke 2 uur slikken. En elke 4 uur zouden ze een CTG van de baby maken, om te zien hoe de baby op de pillen reageerde.
Met de baby ging het goed. Diens hartslag bleef stabiel. Helaas wilde de ontsluiting niet vorderen, waardoor de verloskundige besloot om nogmaals een ballonnetje in te brengen. Dat gebeurde tegen zessen ’s avonds.
Toen dat gebeurt was kreeg ik direct helse pijnen. Ik heb gejankt van de pijn. Ik moest een halfuur aan de CTG blijven hangen met een pijn in mijn rug alsof ik 40 botfracturen had. Daarna heb ik op de wc en onder de douche zitten janken. Niks verzachtte. Niks hielp.
Ik kreeg intense rugweeën met beenweeën en buikweeën erbij.
Natuurlijk had ik me voorbereid met ademhalingstechnieken, maar door de pijn schoot ik de eerste uren steeds weer in complete paniek. WAT. EEN. PIJN!
Ik vervloekte de verloskundige die dat ballonnetje had ingebracht, terwijl er weer zo’n wee omhoog kwam. Dat gevoel is bijna onbeschrijflijk. Ik probeerde het aan mijn zusje uit te leggen, die bij me was. Ik weet nog dat ik zei: de pijn komt vanuit mijn bekken en het schiet omhoog – als een golf – naar mijn rug, waar het volledig strak trekt. Het voelt als menstruatiepijn, maar dan 1000x erger.
En als de pijn op zijn ergst is in mijn rug, schiet het daarna ook nog eens door naar mijn buik – en been. Waardoor de pijn nog eens vertienvoudigd wordt.
Tussen 6 en 10 uur ’s avonds heb ik die pijn elke 2 minuten opnieuw ervaren. En het ergste? Ik zat pas op 1-2 cm ontsluiting, dus ik wist dat er nog lang geen persfase in zicht was.
Uiteindelijk heb ik ’s avonds om morfine en een slaappil gevraagd. Ik kreeg toen om 11 uur ’s avonds een flinke morfine-injectie in mijn been.
Dag drie: weer een volle dag weeënopwekkers
Nadat ik heerlijk heb kunnen slapen dankzij de morfine, word ik ’s ochtends wakker en voel ik dat het ballonnetje los zit. Hallelujah! De verloskundige komt hem er vervolgens uit halen en voelt hoe ver de ontsluiting inmiddels is.
2-3 cm.
Ik baal, want die ontsluiting wil maar niet vorderen. En ze kunnen pas bij 3-4 centimeter mijn vliezen breken. Ik word dus nog een volle dag aan de weeënopwekkers gezet. En die doen hun werk…
Na 3 uur ’s middags neemt de pijn alsmaar toe.
En na 4-5 uur ’s middags ervaar ik weer volledige paniek en helse pijnen.
Rugweeën met beenweeën en buikweeën.
Tegen de nacht aan trek ik de pijn niet meer. Ik ben het zat. Ik smeek om een ruggenprik. Maar die krijg ik (nog) niet.
Dag vier: een ongeplande keizersnede
Pas als om 3 uur ’s nachts – op de vierde dag – mijn vliezen breken mag ik kort daarna voor een ruggenprik. Om 5 uur ’s ochtends word ik, high van de pijn, naar de anesthesisten gereden.
Daar dienen ze de ruggenprik toe. Ik krijg een soort schakelaartje in mijn hand, waar ik op kan klikken als ik meer verdoving wil. De anesthesisten, de zuster en mijn zusje moeten vervolgens lachen, want zodra de ruggenprik zit begin ik als een malle te klikken.
Ik kalmeer enigszins zodra de ruggenprik zijn werk doet.
Rond 8 uur ‘s ochtends komt de gynaecoloog binnen. “Goed nieuws”, zegt ze. “Je vliezen zijn gebroken (op natuurlijke wijze)”. Ze kijkt er wat zorgelijk bij. “Maar ik wil iets met je bespreken…”
De baby heeft in het vruchtwater gepoept. En tegelijkertijd geeft de baby aan de weeënopwekkers niet meer leuk te vinden: zijn hartslag daalt.
“We willen een keizersnede uitvoeren…” zegt de gynaecoloog. Ze probeert te peilen hoe ik hier tegenover sta.
Ik had vooraf, in mijn geboorteplan, aangegeven zo natuurlijk mogelijk te willen bevallen. Dus geen inleiding. Geen weeënopwekkers. Geen ruggenprik. Geen keizersnede.
Maar van dat hele geboorteplan is niks overgebleven. Na vier dagen zit ik op een punt dat ik de baby eruit wil hebben. En met nog maar 3 centimeter zie ik dat op de natuurlijke manier niet snel gebeuren. En de gynaecoloog blijkbaar ook niet. Ik vertrouw op het oordeel van de gynaecoloog en kies voor de (spoed)keizersnede.
Om 12.53 uur wordt dan eindelijk ons zoontje geboren. Met 4444 gram en 55 centimeter. En na even een zetje van de kinderarts te hebben gekregen, gaat alles goed met de kleine. Hij wordt bij me gelegd en ik ben direct al mijn eerdere leed vergeten. Wat een liefde. Wat een schoonheid. Wat een bijzonder intens gevoel van dankbaarheid.
Een terugblik op mijn bevalling
Wat ik op die dag niet wist, maar achteraf leerde, is dat onze baby in een achterhoofdsligging met achterhoofd achter lag. Dit wordt ook wel een “sterrenkijker” genoemd, omdat als de moeder op de rug ligt met het gezicht omhoog – de baby dus ook zo ligt.
Bij een achterhoofdsligging met het achterhoofd achter kan een baby minder makkelijk door het bekken. En met een geboortegewicht van 4444 kilo had dat extra moeilijk geweest. Achteraf was een natuurlijke bevalling dus zeer onwaarschijnlijk geweest.
Het had wel gekund, maar de ontsluiting en de uitdrijving hadden dan nóg langer geduurd. En eerlijk gezegd: ik was op.
Daarnaast snap ik nu ook de ‘vervelende’ pijn die ik ervaren heb.
Verloskundige Tirza Janssen legt dit in een artikel op howaboutmom.nl uit:
Bij baby’s die als sterrenkijker liggen kun je op een eerder moment persdrang ervaren, terwijl je nog geen volledige ontsluiting hebt. Dit komt doordat het hoofdje van de baby zich minder makkelijk kan aanpassen aan de richting van het baringskanaal als het achterhoofd naar de wervelkolom toe gekeerd ligt. Daardoor drukt de baby eerder op de endeldarm van binnenuit. Dat verklaart de persdrang: het gevoel alsof je heel nodig moet poepen.
Tirza: ‘Doordat het meestal wat langer duurt, is er vaker behoefte aan pijnstilling op het laatste deel van de ontsluiting. Dit komt door de ligging van de baby. Vrouwen kunnen veel pijn ervaren in hun onderrug tijdens de bevalling. Massage of douchen is dan soms niet genoeg. Ook krijg je vaak eerder het gevoel dat je moet persen, terwijl de ontsluiting nog niet volledig is. Dat is pittig: die persdrang wegzuchten kan lastig zijn.’
Roze (of moet ik zeggen: blauwe) wolk
Oké, oké, eerlijk toegegeven: een (spoed)keizersnede stond niet echt in mijn draaiboek. En ergens vind ik het ook jammer dat ik geen ‘natuurlijke’ bevalling heb meegemaakt. Maar ik ben het ziekenhuis dankbaar.
Vooraf had ik een hoop kritiek op hun protocollen en het feit dat ik vanwege mijn hoge bmi preventief binnen zo’n protocol behandeld zou worden.
Uiteindelijk had de keuze voor een (spoed)keizersnede niks met mijn bmi te maken, maar ben ik tóch dankbaar dat ze mij en de baby preventief in de gaten hielden. Na de geboorte van onze zoon mocht ik nog twee nachtjes in het ziekenhuis blijven. Mede, omdat ik thuis (nog) geen partner had*.
*Mijn partner zat destijds nog in Egypte. Zijn visum moest nog in orde gemaakt worden.
Ik heb in het ziekenhuis twee daagjes kunnen herstellen om uiteindelijk de kleine mee naar huis te nemen. En sindsdien is alles één grote roze (of moet ik zeggen: blauwe) wolk.
En gelukkig bestaat er in Nederland zoiets als kraamhulp!
Bovendien heb ik ontzettend veel steun gehad aan mijn familie – en met name aan mijn zusje.
Wat een ellende allemaal, maar wat je zegt daarna ben he alles vergeten als je dat kleine hummeltje ziet.
Geniet ervan want hij is zo groot
Haha ja, bizar hoe dat werkt! Je bent gelijk helemaal verliefd op zo’n kleintje. Dat genieten komt wel goed. <3!